Conjugation of etablierend

Inflections of etablierend [adj.]

Gemischte Deklination (mit die,das,der)
Maskulin - Singular

Nominativetablierende

Akkusativetablierenden

Dativetablierenden

Genitivetablierenden

Feminin - Singular

Nominativetablierende

Akkusativetablierende

Dativetablierenden

Genitivetablierenden

Neutrum - Singular

Nominativetablierende

Akkusativetablierende

Dativetablierenden

Genitivetablierenden

Plural

Nominativetablierenden

Akkusativetablierenden

Dativetablierenden

Genitivetablierenden

Schwache Deklination (mit 'ein')
Maskulin - Singular

Nominativetablierender

Akkusativetablierenden

Dativetablierenden

Genitivetablierenden

Feminin - Singular

Nominativetablierende

Akkusativetablierende

Dativetablierenden

Genitivetablierenden

Neutrum - Singular

Nominativetablierendes

Akkusativetablierendes

Dativetablierenden

Genitivetablierenden

Plural

Nominativetablierenden

Akkusativetablierenden

Dativetablierenden

Genitivetablierenden

Starke Deklination (ohne Artikel)
Maskulin - Singular

Nominativetablierender

Akkusativetablierenden

Dativetablierendem

Genitivetablierenden

Feminin - Singular

Nominativetablierende

Akkusativetablierende

Dativetablierender

Genitivetablierender

Neutrum - Singular

Nominativetablierendes

Akkusativetablierendes

Dativetablierendem

Genitivetablierenden

Plural

Nominativetablierende

Akkusativetablierende

Dativetablierenden

Genitivetablierender

Komparativ / Superlativ

(Pos.)etablierend

(Komp.)etablierender

(Super.)etablierendst

etablierend

Abreviations

Pos. Positif

Komp. Komparativ

Super. Superlativ