Inflections of bedankend [adj.]
Nominativbedankende
Akkusativbedankenden
Dativbedankenden
Genitivbedankenden
Nominativbedankende
Akkusativbedankende
Dativbedankenden
Genitivbedankenden
Nominativbedankende
Akkusativbedankende
Dativbedankenden
Genitivbedankenden
Nominativbedankenden
Akkusativbedankenden
Dativbedankenden
Genitivbedankenden
Nominativbedankender
Akkusativbedankenden
Dativbedankenden
Genitivbedankenden
Nominativbedankende
Akkusativbedankende
Dativbedankenden
Genitivbedankenden
Nominativbedankendes
Akkusativbedankendes
Dativbedankenden
Genitivbedankenden
Nominativbedankenden
Akkusativbedankenden
Dativbedankenden
Genitivbedankenden
Nominativbedankender
Akkusativbedankenden
Dativbedankendem
Genitivbedankenden
Nominativbedankende
Akkusativbedankende
Dativbedankender
Genitivbedankender
Nominativbedankendes
Akkusativbedankendes
Dativbedankendem
Genitivbedankenden
Nominativbedankende
Akkusativbedankende
Dativbedankenden
Genitivbedankender
(Pos.)bedankend
(Komp.)bedankender
(Super.)bedankendst
Words with the same pattern :
verquirlt nahestehend ungut erkämpfend zurücksehnender hinpurzelnd durchladend privatisierend heranschmeißend interkulturell gewandelt fremdsprachlich heterogener großschnauzig anfordernd wirklichkeitsgetreu absattelnd pariert geboomt predigend ... (32261 mots)