Conjugation of bewachter

Inflections of bewachter [adj.]

Gemischte Deklination (mit die,das,der)
Maskulin - Singular

Nominativbewachtere

Akkusativbewachteren

Dativbewachteren

Genitivbewachteren

Feminin - Singular

Nominativbewachtere

Akkusativbewachtere

Dativbewachteren

Genitivbewachteren

Neutrum - Singular

Nominativbewachtere

Akkusativbewachtere

Dativbewachteren

Genitivbewachteren

Plural

Nominativbewachteren

Akkusativbewachteren

Dativbewachteren

Genitivbewachteren

Schwache Deklination (mit 'ein')
Maskulin - Singular

Nominativbewachterer

Akkusativbewachteren

Dativbewachteren

Genitivbewachteren

Feminin - Singular

Nominativbewachtere

Akkusativbewachtere

Dativbewachteren

Genitivbewachteren

Neutrum - Singular

Nominativbewachteres

Akkusativbewachteres

Dativbewachteren

Genitivbewachteren

Plural

Nominativbewachteren

Akkusativbewachteren

Dativbewachteren

Genitivbewachteren

Starke Deklination (ohne Artikel)
Maskulin - Singular

Nominativbewachterer

Akkusativbewachteren

Dativbewachterem

Genitivbewachteren

Feminin - Singular

Nominativbewachtere

Akkusativbewachtere

Dativbewachterer

Genitivbewachterer

Neutrum - Singular

Nominativbewachteres

Akkusativbewachteres

Dativbewachterem

Genitivbewachteren

Plural

Nominativbewachtere

Akkusativbewachtere

Dativbewachteren

Genitivbewachterer

Komparativ / Superlativ

(Pos.)bewachter

(Komp.)bewachterer

(Super.)bewachterst

Abreviations

Pos. Positif

Komp. Komparativ

Super. Superlativ