Inflections of blinkender [adj.]
Nominativblinkendere
Akkusativblinkenderen
Dativblinkenderen
Genitivblinkenderen
Nominativblinkendere
Akkusativblinkendere
Dativblinkenderen
Genitivblinkenderen
Nominativblinkendere
Akkusativblinkendere
Dativblinkenderen
Genitivblinkenderen
Nominativblinkenderen
Akkusativblinkenderen
Dativblinkenderen
Genitivblinkenderen
Nominativblinkenderer
Akkusativblinkenderen
Dativblinkenderen
Genitivblinkenderen
Nominativblinkendere
Akkusativblinkendere
Dativblinkenderen
Genitivblinkenderen
Nominativblinkenderes
Akkusativblinkenderes
Dativblinkenderen
Genitivblinkenderen
Nominativblinkenderen
Akkusativblinkenderen
Dativblinkenderen
Genitivblinkenderen
Nominativblinkenderer
Akkusativblinkenderen
Dativblinkenderem
Genitivblinkenderen
Nominativblinkendere
Akkusativblinkendere
Dativblinkenderer
Genitivblinkenderer
Nominativblinkenderes
Akkusativblinkenderes
Dativblinkenderem
Genitivblinkenderen
Nominativblinkendere
Akkusativblinkendere
Dativblinkenderen
Genitivblinkenderer
(Pos.)blinkender
(Komp.)blinkenderer
(Super.)blinkenderst
Words with the same pattern :
verquirlt nahestehend ungut erkämpfend zurücksehnender hinpurzelnd durchladend privatisierend heranschmeißend interkulturell gewandelt fremdsprachlich heterogener großschnauzig anfordernd wirklichkeitsgetreu absattelnd pariert geboomt predigend ... (32261 mots)