Conjugation of enthaarender

Inflections of enthaarender [adj.]

Gemischte Deklination (mit die,das,der)
Maskulin - Singular

Nominativenthaarendere

Akkusativenthaarenderen

Dativenthaarenderen

Genitiventhaarenderen

Feminin - Singular

Nominativenthaarendere

Akkusativenthaarendere

Dativenthaarenderen

Genitiventhaarenderen

Neutrum - Singular

Nominativenthaarendere

Akkusativenthaarendere

Dativenthaarenderen

Genitiventhaarenderen

Plural

Nominativenthaarenderen

Akkusativenthaarenderen

Dativenthaarenderen

Genitiventhaarenderen

Schwache Deklination (mit 'ein')
Maskulin - Singular

Nominativenthaarenderer

Akkusativenthaarenderen

Dativenthaarenderen

Genitiventhaarenderen

Feminin - Singular

Nominativenthaarendere

Akkusativenthaarendere

Dativenthaarenderen

Genitiventhaarenderen

Neutrum - Singular

Nominativenthaarenderes

Akkusativenthaarenderes

Dativenthaarenderen

Genitiventhaarenderen

Plural

Nominativenthaarenderen

Akkusativenthaarenderen

Dativenthaarenderen

Genitiventhaarenderen

Starke Deklination (ohne Artikel)
Maskulin - Singular

Nominativenthaarenderer

Akkusativenthaarenderen

Dativenthaarenderem

Genitiventhaarenderen

Feminin - Singular

Nominativenthaarendere

Akkusativenthaarendere

Dativenthaarenderer

Genitiventhaarenderer

Neutrum - Singular

Nominativenthaarenderes

Akkusativenthaarenderes

Dativenthaarenderem

Genitiventhaarenderen

Plural

Nominativenthaarendere

Akkusativenthaarendere

Dativenthaarenderen

Genitiventhaarenderer

Komparativ / Superlativ

(Pos.)enthaarender

(Komp.)enthaarenderer

(Super.)enthaarenderst

enthaarender

Abreviations

Pos. Positif

Komp. Komparativ

Super. Superlativ