Inflections of fokussierender [adj.]
Nominativfokussierendere
Akkusativfokussierenderen
Dativfokussierenderen
Genitivfokussierenderen
Nominativfokussierendere
Akkusativfokussierendere
Dativfokussierenderen
Genitivfokussierenderen
Nominativfokussierendere
Akkusativfokussierendere
Dativfokussierenderen
Genitivfokussierenderen
Nominativfokussierenderen
Akkusativfokussierenderen
Dativfokussierenderen
Genitivfokussierenderen
Nominativfokussierenderer
Akkusativfokussierenderen
Dativfokussierenderen
Genitivfokussierenderen
Nominativfokussierendere
Akkusativfokussierendere
Dativfokussierenderen
Genitivfokussierenderen
Nominativfokussierenderes
Akkusativfokussierenderes
Dativfokussierenderen
Genitivfokussierenderen
Nominativfokussierenderen
Akkusativfokussierenderen
Dativfokussierenderen
Genitivfokussierenderen
Nominativfokussierenderer
Akkusativfokussierenderen
Dativfokussierenderem
Genitivfokussierenderen
Nominativfokussierendere
Akkusativfokussierendere
Dativfokussierenderer
Genitivfokussierenderer
Nominativfokussierenderes
Akkusativfokussierenderes
Dativfokussierenderem
Genitivfokussierenderen
Nominativfokussierendere
Akkusativfokussierendere
Dativfokussierenderen
Genitivfokussierenderer
(Pos.)fokussierender
(Komp.)fokussierenderer
(Super.)fokussierenderst
Words with the same pattern :
verquirlt nahestehend ungut erkämpfend zurücksehnender hinpurzelnd durchladend privatisierend heranschmeißend interkulturell gewandelt fremdsprachlich heterogener großschnauzig anfordernd wirklichkeitsgetreu absattelnd pariert geboomt predigend ... (32261 mots)