Inflections of kompensierend [adj.]
Nominativkompensierende
Akkusativkompensierenden
Dativkompensierenden
Genitivkompensierenden
Nominativkompensierende
Akkusativkompensierende
Dativkompensierenden
Genitivkompensierenden
Nominativkompensierende
Akkusativkompensierende
Dativkompensierenden
Genitivkompensierenden
Nominativkompensierenden
Akkusativkompensierenden
Dativkompensierenden
Genitivkompensierenden
Nominativkompensierender
Akkusativkompensierenden
Dativkompensierenden
Genitivkompensierenden
Nominativkompensierende
Akkusativkompensierende
Dativkompensierenden
Genitivkompensierenden
Nominativkompensierendes
Akkusativkompensierendes
Dativkompensierenden
Genitivkompensierenden
Nominativkompensierenden
Akkusativkompensierenden
Dativkompensierenden
Genitivkompensierenden
Nominativkompensierender
Akkusativkompensierenden
Dativkompensierendem
Genitivkompensierenden
Nominativkompensierende
Akkusativkompensierende
Dativkompensierender
Genitivkompensierender
Nominativkompensierendes
Akkusativkompensierendes
Dativkompensierendem
Genitivkompensierenden
Nominativkompensierende
Akkusativkompensierende
Dativkompensierenden
Genitivkompensierender
(Pos.)kompensierend
(Komp.)kompensierender
(Super.)kompensierendst
Words with the same pattern :
verquirlt nahestehend ungut erkämpfend zurücksehnender hinpurzelnd durchladend privatisierend heranschmeißend interkulturell gewandelt fremdsprachlich heterogener großschnauzig anfordernd wirklichkeitsgetreu absattelnd pariert geboomt predigend ... (32261 mots)