Inflections of nachgewogen [adj.]
Nominativnachgewogene
Akkusativnachgewogenen
Dativnachgewogenen
Genitivnachgewogenen
Nominativnachgewogene
Akkusativnachgewogene
Dativnachgewogenen
Genitivnachgewogenen
Nominativnachgewogene
Akkusativnachgewogene
Dativnachgewogenen
Genitivnachgewogenen
Nominativnachgewogenen
Akkusativnachgewogenen
Dativnachgewogenen
Genitivnachgewogenen
Nominativnachgewogener
Akkusativnachgewogenen
Dativnachgewogenen
Genitivnachgewogenen
Nominativnachgewogene
Akkusativnachgewogene
Dativnachgewogenen
Genitivnachgewogenen
Nominativnachgewogenes
Akkusativnachgewogenes
Dativnachgewogenen
Genitivnachgewogenen
Nominativnachgewogenen
Akkusativnachgewogenen
Dativnachgewogenen
Genitivnachgewogenen
Nominativnachgewogener
Akkusativnachgewogenen
Dativnachgewogenem
Genitivnachgewogenen
Nominativnachgewogene
Akkusativnachgewogene
Dativnachgewogener
Genitivnachgewogener
Nominativnachgewogenes
Akkusativnachgewogenes
Dativnachgewogenem
Genitivnachgewogenen
Nominativnachgewogene
Akkusativnachgewogene
Dativnachgewogenen
Genitivnachgewogener
(Pos.)nachgewogen
(Komp.)nachgewogener
(Super.)nachgewogenst
Words with the same pattern :
verquirlt nahestehend ungut erkämpfend zurücksehnender hinpurzelnd durchladend privatisierend heranschmeißend interkulturell gewandelt fremdsprachlich heterogener großschnauzig anfordernd wirklichkeitsgetreu absattelnd pariert geboomt predigend ... (32261 mots)