Inflections of offenbarend [adj.]
Nominativoffenbarende
Akkusativoffenbarenden
Dativoffenbarenden
Genitivoffenbarenden
Nominativoffenbarende
Akkusativoffenbarende
Dativoffenbarenden
Genitivoffenbarenden
Nominativoffenbarende
Akkusativoffenbarende
Dativoffenbarenden
Genitivoffenbarenden
Nominativoffenbarenden
Akkusativoffenbarenden
Dativoffenbarenden
Genitivoffenbarenden
Nominativoffenbarender
Akkusativoffenbarenden
Dativoffenbarenden
Genitivoffenbarenden
Nominativoffenbarende
Akkusativoffenbarende
Dativoffenbarenden
Genitivoffenbarenden
Nominativoffenbarendes
Akkusativoffenbarendes
Dativoffenbarenden
Genitivoffenbarenden
Nominativoffenbarenden
Akkusativoffenbarenden
Dativoffenbarenden
Genitivoffenbarenden
Nominativoffenbarender
Akkusativoffenbarenden
Dativoffenbarendem
Genitivoffenbarenden
Nominativoffenbarende
Akkusativoffenbarende
Dativoffenbarender
Genitivoffenbarender
Nominativoffenbarendes
Akkusativoffenbarendes
Dativoffenbarendem
Genitivoffenbarenden
Nominativoffenbarende
Akkusativoffenbarende
Dativoffenbarenden
Genitivoffenbarender
(Pos.)offenbarend
(Komp.)offenbarender
(Super.)offenbarendst
Words with the same pattern :
verquirlt nahestehend ungut erkämpfend zurücksehnender hinpurzelnd durchladend privatisierend heranschmeißend interkulturell gewandelt fremdsprachlich heterogener großschnauzig anfordernd wirklichkeitsgetreu absattelnd pariert geboomt predigend ... (32261 mots)