Inflections of rillender [adj.]
Nominativrillendere
Akkusativrillenderen
Dativrillenderen
Genitivrillenderen
Nominativrillendere
Akkusativrillendere
Dativrillenderen
Genitivrillenderen
Nominativrillendere
Akkusativrillendere
Dativrillenderen
Genitivrillenderen
Nominativrillenderen
Akkusativrillenderen
Dativrillenderen
Genitivrillenderen
Nominativrillenderer
Akkusativrillenderen
Dativrillenderen
Genitivrillenderen
Nominativrillendere
Akkusativrillendere
Dativrillenderen
Genitivrillenderen
Nominativrillenderes
Akkusativrillenderes
Dativrillenderen
Genitivrillenderen
Nominativrillenderen
Akkusativrillenderen
Dativrillenderen
Genitivrillenderen
Nominativrillenderer
Akkusativrillenderen
Dativrillenderem
Genitivrillenderen
Nominativrillendere
Akkusativrillendere
Dativrillenderer
Genitivrillenderer
Nominativrillenderes
Akkusativrillenderes
Dativrillenderem
Genitivrillenderen
Nominativrillendere
Akkusativrillendere
Dativrillenderen
Genitivrillenderer
(Pos.)rillender
(Komp.)rillenderer
(Super.)rillenderst
Words with the same pattern :
verquirlt nahestehend ungut erkämpfend zurücksehnender hinpurzelnd durchladend privatisierend heranschmeißend interkulturell gewandelt fremdsprachlich heterogener großschnauzig anfordernd wirklichkeitsgetreu absattelnd pariert geboomt predigend ... (32261 mots)