Inflections of umgebracht [adj.]
Nominativumgebrachte
Akkusativumgebrachten
Dativumgebrachten
Genitivumgebrachten
Nominativumgebrachte
Akkusativumgebrachte
Dativumgebrachten
Genitivumgebrachten
Nominativumgebrachte
Akkusativumgebrachte
Dativumgebrachten
Genitivumgebrachten
Nominativumgebrachten
Akkusativumgebrachten
Dativumgebrachten
Genitivumgebrachten
Nominativumgebrachter
Akkusativumgebrachten
Dativumgebrachten
Genitivumgebrachten
Nominativumgebrachte
Akkusativumgebrachte
Dativumgebrachten
Genitivumgebrachten
Nominativumgebrachtes
Akkusativumgebrachtes
Dativumgebrachten
Genitivumgebrachten
Nominativumgebrachten
Akkusativumgebrachten
Dativumgebrachten
Genitivumgebrachten
Nominativumgebrachter
Akkusativumgebrachten
Dativumgebrachtem
Genitivumgebrachten
Nominativumgebrachte
Akkusativumgebrachte
Dativumgebrachter
Genitivumgebrachter
Nominativumgebrachtes
Akkusativumgebrachtes
Dativumgebrachtem
Genitivumgebrachten
Nominativumgebrachte
Akkusativumgebrachte
Dativumgebrachten
Genitivumgebrachter
(Pos.)umgebracht
(Komp.)umgebrachter
(Super.)umgebrachtst
Words with the same pattern :
verquirlt nahestehend ungut erkämpfend zurücksehnender hinpurzelnd durchladend privatisierend heranschmeißend interkulturell gewandelt fremdsprachlich heterogener großschnauzig anfordernd wirklichkeitsgetreu absattelnd pariert geboomt predigend ... (32261 mots)